Ik hoor het zo vaak:
“ik wil nooit meer gellak op mijn nagels, het heeft mijn nagels kapot gemaakt”.
Dit is zo jammer, wanneer je deze ervaring hebt, want het hoeft niet. Ik ga je uitleggen waarom en waar je op moet letten.
CND Shellac, het merk waar ik mee werk, is marktleider op het gebied van nagelproducten en één van de eersten die met het gellak systeem op de markt kwam. Lucky me dat ik vanaf het begin voor dit merk gekozen heb en dus de hele groei en bloei heb meegemaakt. CND heeft een patent op hun product. Er is niet één ander gellak systeem wat zo in elkaar zit als CND Shellac. Trust me: ik heb héél veel geprobeerd, maar Shellac blijft de beste.
Shellac is een “open” product, wat betekent dat het de nagel niet geheel afsluit. Na het uitharden zitten er microscopisch kleine tunneltjes in de lak. Daardoor kan de verzorgende solarolie van CND ook de natuurlijke nagelplaat bereiken. Echter maken die tunneltjes het product ook kwetsbaar en zéér gevoelig voor een aantal crèmes en schoonmaakmiddelen. Maar als je er zuinig mee omgaat en goed solarolie blijft gebruiken, heb jij meer dan twee weken plezier van je mooie gelakte gellak nagels. Shellac is door deze tunneltjes ook op een hele vriendelijke manier te verwijderen is. Je hoeft het alleen maar te “weken” met een remover. Na ongeveer 5 minuten laat de lak los en vind je je eigen gezonde nagel terug.
Waar gaat het dan mis?
Op het moment dat jij denkt: hm er zit een stukje lak los en hé ik kan het er zo aftrekken. Ach het zit er al drie weken op, morgen ga ik voor nieuwe gellak, ik haal het er al vast af, kan het zo van mijn nagels afhalen. Niet doen! Je trekt namelijk een deel van de bovenste laag van je nagels er mee af. Ook al denk je dat het makkelijk gaat. Je nagel bestaat uit verschillende lagen en dit wil je graag zo houden. Wat gebeurt er: elke keer wordt je nagel een stukje dunner, net zolang tot de gellak niet meer een goede fundering heeft om optimaal te hechten. Omdat je nagel dunner en flexibeler is geworden en dus sneller buigt, buigt de gellak mee en brokkelt af.
Veel gellak systemen moeten eraf gevijld worden. Dit is niet goed voor de natuurlijke nagels. Hoe vaker je dit eraf laat vijlen hoe dunner je natuurlijke nagel wordt. Dit maakt jou afhankelijk van het product. In sommige gevallen wordt de gellak open gevijld, alleen de bovenste laag, en daarna geweekt in of met pure aceton. Aceton is een dehydraterend product: het droogt uit. Bovendien blijft aceton een tijdje nawerken, ook al ben je niet meer in aanraking met het product. Ook daar houdt de nagel niet van en kan dunner en kwetsbaarder worden als je geen goede nazorg geeft. Ik verwijder absoluut geen andere gellak merken in mijn salon. In de eerste plaats omdat de klant bijna nooit weet welk merk erop geplaatst is en ik niet weet welk verwijderproces ik moet toepassen, in de tweede plaats wil ik niet degene zijn die daardoor de natuurlijke nagel beschadigt. Bovendien kan ik geen garantie geven dat mijn eigen gellak minstens twee weken blijft zitten, immers: op een slechte fundering is de houdbaarheid van de gellak minder.
Tot slot haal ik het fabeltje even uit de lucht “ik wil even geen gellak want dan kunnen mijn nagels ademen”. Je nagel bestaat uit dood materiaal en hoeft niet te ademen 😉. Het enige levende gedeelte van je nagel zit onder je nagelriem verstopt en is goed beschermd. Duw daarom ook nooit je nagelriemen terug of peuter ze kapot, want dat geeft bacteriën de gelegenheid om te broeden.